zondag 24 februari 2013

Emaille van Groningen (9)

Dave neemt eerst de tijd om nog eens rustig beide borrelglaasjes vol te schenken; zonder te morsen uiteraard. Hij kijkt haar aan. De pispot is uit het niets weer bovenop haar grijze lokken verschenen. Waarom is hij hier gekomen? Hij weet het niet meer. Diepe rimpels doorgroeven zijn voorhoofd. Waarom? Waarom!? Het laatste wat hij zich kan herinneren is de aanwakkerende wind, toen hij via de sluis het kanaal overstak. Wist hij toen al, dat hij bij Emaille op bezoek zou gaan? Om te halen wat hij nodig heeft? Wat heeft hij dan nodig? Hij weet het niet. Hij neemt nog een forse teug. Jammer, het glaasje is leeg. Hij haalt zijn schouders op en kijkt Emaille met een schuin hoofd aan. Inschenken?
Emaille kijkt nors terug. Ze neemt nog een aantal stevige trekken van haar duim en laat dan de vuist los. Demonstratief slaat ze beide handen tegen elkaar schoon. Fijn stof vlucht alle kanten op.
"Iedereen, die hier komt, komt hier omdat ze iets van Emaille nodig hebben. Iedereen!", herhaalt ze nogmaals met nadruk. "Ook jij. Houd je maar niet van de domme. Ik heb je spelletje al lang doorzien. Eerst lekker drinken... Nou mooi niet. Om te beginnen: wat wil je. Dan: dankbaarheid. Daarna zien we wel weer verder."
Dave staart naar zijn lege handen. Zo bruut is hij nog nooit van zijn drinken beroofd. Hij voelt de woede in zijn maag samenballen. Wie denkt ze wel, dat ze is! Staat hij daar rustig in z'n eentje te genieten van... Hij weet het weer. Met een ruk gaat hij staan.
"Ik weet exact wat ik wil: ik wil mijn tas terug; en wel direct! Zo'n mooie zwarte tas. Van jute. Met van die leren hengsels er aan. Weet je wel, hoe lang ik die heb! Weet je wel, wat er allemaal in die tas zit. Mijn halve leven. Dankzij jou ben ik dat kwijt. Kwijt, hoor je! Kwijt!"
Dat laatste schreeuwt hij uit. Zo kwaad is hij. Hij laat zich niet zo maar... als de eerste de beste... Hoe kwader Dave wordt, hoe meer Emaille zich ontspant. Als hij begint te schreeuwen, glimlacht ze.
"Toe maar, jongen. Goed zo, jongen. Laat je maar gaan", moedigt ze hem aan. "Ik houd hier wel van. Hier zit een verhaal in. Ga maar door."
Dave is nu helemaal op temperatuur gekomen. Met een witheet, van woede vertrokken gelaat herhaalt hij schreeuwend alleen nog maar: Kwijt! Kwijt! Kwijt!. Hij zet zijn standpunt kracht bij door bij elke ‘kwijt' krachtig op het televisietoestel te slaan. De glimlach van Emaille is net zo snel verdwenen als hij is opgekomen.
"Pas op! Mijn tv kapot slaan! Hoe kan ik nu kijken, hé. Een oude vrouw een beetje van haar blik op de wereld veroveren. Laat dat! En snel!"
Dave zakt uitgeput terug op zijn krukje. Schuldbewust controleert hij het televisietoestel.
 "Sorry", bromt hij. "Hij is nog steeds kapot."
"Natuurlijk is-t-ie kapot.", sist Emaille.  "Dat weet ik ook wel. Wat moet ik met een werkende tv in dit stomme hol! Heb een beetje respect."
Als twee kemphanen, die niet goed de sterkte van de tegenpartij kunnen inschatten,  zitten ze nu tegenover elkaar. Met broeierige ogen staren beiden naar de vloer tussen hen in. Boven hen verliest langzaam maar zeker de storm zijn kracht. De muziek in de talloze lichtspleetjes verandert van volume, toon en kleur. Na een tijdje is vrijwel alleen nog de ademhaling van de beide mensen te horen. Ook deze komt tot rust.

Sitube de Paradijsvogel

Sitube de Paradijsvogel. Dit is een van mijn eerste solo verteltheatervoorstellingen.
Ik werkte in die tijd nog voor de politie, om in Drenthe de milieupolitie op te zetten.
Vanwege dit contrast (politie vs. theater) maakte RTV Drenthe tweemaal een portret.
Een keer een impressie van een voorstelling - dat werd het verhaal " Sitube de Paradijsvogel" inclusief de voorbereidingen in het theater, deel van een voorstelling met een serie verhalen.
Een andere keer, vijf jaar later, om te kijken wat er van het contrast was geworden....

Hier uit de eerste bijdrage van RTV Drenthe:


De Schilder en zijn Buurman

De Prins Kalkoen

Mijn Lijn 5: Reiziger en Chauffeur

Mijn Lijn 5: een voorstelling gemaakt voor een busbedrijf.
Twee keer heb ik hetzelfde verhaal gespeeld.
1 keer als reiziger. 1 keer als chauffeur.
Goed zichtbaar voor het publiek ben ik veranderd van reiziger in chauffeur.
Om te tonen wat het verschil in perspectief en beleving zou zijn.
In die zin een volwaardige De dans van de held - voorstelling




Houd je vast aan de wind...!

Houd je vast aan de wind



Houd vast aan de wind...! from Keridwen on Vimeo.

Is hier de overkant? (1ste try out)

Is hier de overkant?
Tryout voor de eerste versie van deze voorstelling naar mijn eigen novelle.
Inmiddels is de voorstelling behoorlijk veranderd. Binnenkort ook te zien via deze blog.



Is hier de overkant? (trailer) from Keridwen on Vimeo.I

Jakob, Jakob (part 1)




Jakob, Jakob (part 1) from Keridwen on Vimeo.

Overzicht feuilletons


De Patriarch
De geschiedenis van een BOV-man (in de jaren 80 van de vorige eeuw)










Emaille van Groningen
Een verhaal over twee bijzondere mensen, die elk een unieke visie op de werkelijkheid hebben. 

The Story of the Sand



A stream, from its source in far-off mountains, passing through every kind and description of countryside, at last reached the sands of the desert. Just as it had crossed every other barrier, the stream tried to cross this one, but it found that as fast as it ran into the sand, its waters disappeared. It was convinced, however, that its destiny was to cross this desert, and yet there was no way. Now a hidden voice, coming from the desert itself, whispered:
"The wind crosses the desert, and so can the stream."
The stream objected that it was dashing itself against the sand, and only getting absorbed; that the wind could
fly, and this was why it could cross a desert.
"By hurtling in your own accustomed way you cannot get across. You will either disappear or become a
marsh. You must allow the wind to carry you over, to your destination."
But how could this happen?
"By allowing yourself to be absorbed in the wind."
This idea was not acceptable to the stream. After all, it had never been absorbed before. It did not want to lose its individuality. And, once having lost it, how was one to know that it could ever be regained?
"The wind," said the sand, "performs this function. It takes up water, carries it over the desert, and then lets it fall again. Falling as rain, the water again becomes a river."
"How can I know that this is true?"
"It is so, and if you do not believe it, you cannot become more than a quagmire, and even that could take
many, many years; and it certainly is not the same as a stream."
"But can I not remain the same stream that I am today?"
"You cannot in either case remain so," the whisper said. "Your essential part is carried away and forms a stream again. You are called what you are even today because you do not know which part of
you is the essential one."
When he heard this, certain echoes began to arise in the thoughts of the stream. Dimly, he remembered a state in which he--or some part of him, was it?--had been held in the arms of a wind. He also remembered--or did he?--that this was the real thing, not necessarily the obvious thing, to do.
And the stream raised his vapour into the welcoming arms of the wind, which gently and easily bore it upwards and along, letting it fall softly as soon as they reached the roof of a mountain, many, many miles away. And because he had had his doubts, the stream was able to remember and record more
strongly in his mind the details of the experience.
He reflected, "Yes, now I have learned my true identity."
The stream was learning.
But the sands whispered: "We know, because we see it happen day after day, and because we, the sands, extend from the riverside all the way to the mountain."
And that is why it is said that the way in which the Stream of Life is to continue on its journey is written in the Sands.

based on a Sufi story

Back to overview English Stories

dinsdag 19 februari 2013

De Patriarch (7)


“Zo, Kroeger. Goed U weer eens te ontmoeten. Wanneer kan ik het produkt Uwer inspanningen verwachten? Goed. U bent nog niet gereed. Tja. Dat is minder aangenaam.
Wat hoor ik nu? Wordt u binnenkort vader? Ja, dan zult u wel andere zaken aan uw hoofd hebben, denk ik. Wanneer…?”
Gaston mompelde:: “Binnenkort, professor. Goedemiddag, heren. Hoop u snel weer te ontmoeten. Een kop koffie. Borrel. Toilet. Afspraak. Moet gaan!” En weg was hij. De beide weledelzeergeleerde heren besloten toen maar gezamenlijk hun koffie te nuttigen en te bespreken hoe raar soms een dubbeltje rollen kan. Buiten ademde Gaston diep de voorjaarslucht in en trachtte zijn bonzend hart tot bedaren te brengen. Stom hier te komen. Hij kon de eerst komende maanden beter zijn gezicht hier niet meer in de buurt laten zien.
Gaston nam de trein van 12.17 uur naar G. Soezend in het zonlicht probeerde hij te analyseren, waarom hij naar de faculteit was gegaan en zich die stomme opmerking over zijn toekomstig vaderschap had laten ontvallen. Het leek hem gemakkelijker zijn aandacht te richten op het directe verleden dan op de nabije toekomst. Hoewel hij niet verder kwam dan een groot aantal sigarettenpeukjes en wat vage pseudopsychologische verklaringen kwam hij toch op redelijk aangename wijze de reistijd door.
Toen hij echter rond 13.05 uur uit de trein stapte drong echter de importantie van zijn missie weer in haar volle omvang tot hem door. Hij voelde hoe een ijskoude steen in zijn maag vorm kreeg.  Sigarettenrook maakte hem opeens misselijk. Zijn adem zou wel stinken. Weg met die kankerstok! Zijn schone kleding zou nu ook wel een beetje muf ruiken. Geërgerd trok hij zijn schouders op. Hij wilde fris geurend aan de samenkomst deelnemen. De enige oplossing was wat mondspray bij een drogist te kopen. Zou ze willen, dat hij haar kuste….tijdens…  In dat geval helemaal….
Hoe zou het gaan? In gedachten repeteerde hij de volgorde van de vereiste handelingen. Nog nooit had hij met een vrouw geslapen, of zelfs in één bed gelegen. Ach, waarschijnlijk was zij net zo nerveus als hij. Als lesbienne zou zij vast ook wel weinig tot geen ervaring hebben met het andere geslacht.
Rustig wandelend wist hij in drie kwartier de afstand tussen het station, de drogist en het huis van Nora en Vivian af te leggen, achter het station in een nieuwe wijk. Even voor tweeën stond Gaston voor de deur. Een leuk eensgezinswoninkje in een rijtje. Een klein tuintje ervoor, waar de bewoonsters groente in verbouwden. Een blik door het grote raam, rechts van de voordeur leverde niets op. Grote, groene planten verhinderden hem naar binnen te kijken.. De secondewijzer op zijn horloge passeerde de twaalf. Een paar maal zoog Gaston met kracht de lucht tussen zijn tanden door naar binnen, om de mondspray een handje te helpen.
Toen belde hij aan en wachtte. Zijn hart bonsde. Vivian deed open, gekleed in een oosters aandoende, effen paarse jurk.


Terug naar De Patriarch: inhoudsopgave  

Emaille van Groningen (8)

Naarstig zoeken Dave's ogen de enorme hoeveelheid spullen af. Van alles heeft hij gezien: van gebroken uitlaten tot gebreide armbanden, van namaak-fruit tot bedeltjes, letterbakken, zelfs stofzuigers, twaalf Afrikaanse trommels en vier autobanden. Nergens glas- of aardewerk dat kan dienen om uit te drinken. Behalve balancerend op een torentje aan rood metalen theepotten staat een drinkbeker, wit met een blauw randje. Op een paar plekken komt de roest er doorheen. Behoefte aan een stevige borrel en zeer realistische associatie strijden in zijn hoofd om de voorrang. De dorst lijkt te winnen. Emaille jut hem op.
"Kom op kerel. Pak nou die borrelglaasjes, dan kan ik tenminste weer zeggen dat ik een echte gastvrouw ben. Twee is genoeg. Hé, wat doe je... Hier blijven! Ik ga niet aan de zuip uit zo'n vieze mok. Waarvoor zie je mij aan? Híer staan ze!" Ze gebaart driftig naar de lage rooktafel voor haar. "Nee, dáár! Kijk dan ook uit je doppen! Áchter die plaat. Nee! Ja! Daar! Hé-hé. En nu inschenken."
In de televisie, verborgen achter de achterplaat vindt Dave een hele uitzet aan drinkgerei. Hij pakt twee donkerbruine stenen borrelglaasjes te voorschijn. Hij schenkt ze tot de rand toe vol en biedt de oude vrouw eentje aan. Proost! Salut! Tsjoch! Skal! Lechajim! Ad fundum! Gezondheid! Grijnzen wensen ze elkaar al het beste toe en slaan de kleurloze drank in een keer achterover. Sterk spul! De tranen schieten Dave in de ogen. Emaille volgt zijn blik. Verontwaardigd zuigt ze aan haar rechter duim.
"Natuurlijk doet die tv het niet. Ik zei toch al dat ik geen elektriciteit heb. Ik ben niet gék, of zo! Ik doe alleen maar alsóf ik tv kijk. Zo breng ik ze op een dwaalspoor: heeft ze nu wel of nu niet gas en elektra. We hadden gedacht van niet. Maar ja, als de tv het doet. Dan is het haar toch gelukt. Hoe krijgt ze toch steeds weer alles voor elkaar? Enne... als dat haar is gelukt, dan heeft ze misschien ook wel allerlei speeltjes om zichzelf te beschermen. Pas op, die oude dame is nog half zo dwaas niet als ze er op het eerste gezicht eruit ziet. Snap je, zo lijk ik sterker dan ik feitelijk ben!"
Dwingend steekt ze haar lege glaasje uit. Gehoorzaam schenkt Dave in. Zwijgend drinken ze. Elke tweede borrel moet je de tijd geven. Rustig drinken. Kleine slokjes. Langzaam genieten. Niet te veel zeggen. Laat het brandende, verwarmende vocht rondgaan op je tong, aan weerszijden van je gebit, langs je gehemelte, door je slokdarm naar beneden. Je maag, je darmen, je bloed, ze zijn er dan helemaal klaar voor om te ontvangen. Als je het zo doet, word je nooit een alcoholist; hoe veel je ook drinkt. Dave weet het zeker. Hij is al jaren het levende bewijs.
Na de vierde borrel heeft Emaille weer aandacht voor Dave. Haar grijsblauwe ogen met in elk zo'n intens bruin vlekje kijken hem strak aan.
"Zo!", zegt ze. "En nu jij. Wat kan ik voor je doen."
Dave haalt zijn schouders op. Met een paar borrels in zijn lijf en veilig voor de bulderende storm boven zijn hoofd is hij best tevreden zo.
"Kom op, jongen. Je mag best vrijuit praten. Iedereen die hier komt, wil iets van Emaille. Dat is goed, dat is best. Emaille heeft ook veel om te geven. Het is allemaal akkoord. Emaille wil best geven wat je nodig hebt. Wees er alleen zuinig mee. En wees een beetje dankbaar. Dankbaarheid is het voedsel voor Emaille's ziel. Zeg op, waarom ben je gekomen?"


Terug naar  Emaille van Groningen: inhoudsopgave

Nachtburgemeester (verkorte versie)



Bijdrage aan Opiumverhalenwedstrijd 2013: Zwarte bladzijden, Gouden randen
Kortverhaal: Nachtburgemeester: totaal 498 woorden
Nachtburgemeester
Berend  zweet overvloedig. Uitkijkend over de winterse stad twijfelt hij of klimaatveranderingen tot de bestuurlijke competentie behoren.  Of iets daaroe behoort, maakt het leven zo'n stuk gemakkelijker: of je neemt maatregelen of je doet niets. Berend voelt zich oprecht dankbaar dat dienstbaar is aan een maakbare samenleving. Wanneer hij zo over de stad uitkikkt dan voelt het net alsof de stad voor een deel  ook zijn schepping is.
Zijn blik wordt getrokken door een eenzame figuur. Alleen een grijs sikje is te zien, een strakke mond en de zweem van een snor.  Hij is weer keurig op tijd. Elke keer vlak voord de schemering  komt hij langs en kijkt dan  steevast omhoog naar een onzichtbare Berend. 
Aan de overzijde klapt de man een stoel uit en gaat zitten. Zijn kin rust op zijn handen. Dat is het enige wat hij doet. Elke avond.   Een stille actievoerder? Hoe lang zit hij daar al? Berend fronst de wenkbrauwen.  Nu hij er over nadenkt, sinds de dagen weigeren kouder te worden, ziet hij de man dagelijks verschijnen.Opeens heeft hij er schoon genoeg van. Met twee treden tegelijk rent  hij de trap af. Verbaasde hoofden kijken vanuitt diverse deuropeningen.
Voor het eerst loopt Berend niet direct richting Gouverneursplein, maar steekt de straat over. De hogehoed van de oudere man raakt de muur achter hem. Zijn lichtgrijze ogen staan nieuwsgierig. Beernd Mostert staat recht voor hem en zwijgt.
"Koud?" vraagt de oudere man vriendelijk.
Zie je wel denkt! denkt Berend. Een klimaatactivist. Had ik toch gelijk. 
Omstandig zoekend kijkt  hij  om zich heen naar een plek om te zitten of tegen aan te leunen. Voor het eerst sinds jaren heeft hij het gevoel dat hij geen woorden kan vindenn. Hij probeert te zien, wat de oudere man ziet. Waar de blik van de ander heengaat, probeert hij met de zijne te volgen. Berend voelt zich waarnemer van een vertrouwde beeld van een doordeweekse winteravond in Granendam. Hij kan niet langer een glimlach onderdrukken. Zo kent hij deze stad. Dit is zìjn stad. Alleen de man tegenover hem is een raadsel. 
“Wie bent u? Wat doet u hier elke avond buiten op die stoel?”
“Kijken”, is het antwoord. “Kijken èn zien”, voegt hij bedachtzaam knikkend er aan toe. “Jullie daarbinnen zien niet zo veel. Jullie weten nog niet de helft van wat er hier buiten gaande is.”
“Wat dan!?”, reageert Berend geïrriteerd.
“Kijk zelf maar.”
De oude man komt rustig overeind en biedt Berend zijn stoel.  Dan draait hij zich om en loopt langzaam in de richting van het Gouverneursplein.
“Als ik u was, zou ik gewoon eens een tijdje blijven zitten. Verrassend wat je dan niet allemaal over je eigen stad ontdekt, als je een aantal nachten hier doorbrengt . Bijzonder. Heel bijzonder. Leerzaam zou ik het willen noemen. Voor elke stadsbestuurder aan te raden. Biedt echt een geheel  ander perspectief. Heel verhelderend.”