donderdag 24 april 2014

De pijl door de roos

Elke week komen ze bij de Rebbe. Van heinde en ver. Voor ze de grote zaal binnengingen fluisteren ze de Rebbe hun zorgen toe, hun vragen, hun dilemma's, hun ideeën. Dan knikt de Rebbe. Een goede vraag, een interessant dilemma, een goed idee. Ga vooral zitten.

Als eindelijk iedereen in de zaal een plekje heeft gevonden, begint de Rebbe te spreken en vertelt hij een verhaal. Zo halverwege beginnen de eerste luisteraars te knikken en elkaar schuins aan te kijken. Dat klopt. Zo is het. Dat heeft de Rebbe goed gezien. Als tenslotte het verhaal is afgelopen, gaat iedereen tevreden naar huis.

De Rebbe heeft ook een leerling, die steeds weer vol ongeloof dit sterke staaltje van vertelkunst voor zijn ogen ziet gebeuren. Dit wil hij ook kunnen.
Met zijn tweeën alleen op een vroege wandeling in het bos, durft hij naar het geheim van de  Rebbe te vragen. Het is immers onmogelijk om al die honderden mensen, met elk hun eigen vragen, in een enkel verhaal antwoord te geven? En bovendien dat elke week te herhalen, met steeds een ander verhaal?

- Een goede vraag, antwoordt de Rebbe. Ga vooral zitten.

En de Rebbe vertelt het verhaal van de pijl, die zijn weg aflegt van de van de strakgespannen boog  van de schutter, door de lucht zoeft en het doel vindt; precies in het hart van de roos.

- Luister, zegt de Rebbe.
Mijn verhalen zijn als de pijl. Ik weet alles van spanning en ontspanning, alles van vasthouden en loslaten, alles van richten en raken. Ik ben verantwoordelijk voor die pijl. Maar de luisteraars, die bepalen zelf of ze de roos ophouden om in  het hart te worden geraakt. Zo raken mijn verhalen doel... of niet.

De leerling knikt.

woensdag 23 april 2014

Taal die de ander begrijpt?

Zij is een door de wol geverfde muizenmoeder. Ooit begonnen met een vriendje en een eerste worp van negen kinderen, woont zij nu alleen met haar laatste overgebleven spruit onder een kaaspakhuis in een snel veranderende wereld. Gepokt en gemazeld is zij in het overleven. Als geen ander weet zij tekenen in haar omgeving te duiden en vervolgens snel te reageren. Als dan ook de tijd is gekomen om het kaaspakhuis voor altijd te verlaten, aarzelt zij niet. Ze pakt haar laatste spruit op en gaat. Met grote ogen kijkt de kleine de grote wereld in. Elk moment op moeders rug brengt nieuwe indrukken.

Moeder Muis stapt flink door. Zij slaat een hoek om... en staat dan oog in oog met een reusachtig monster, met blikkerende tanden en uitgeslagen klauwen. De kleine piept van angst. Nog sneller dan ze is gekomen duikt moeder terug de hoek om. Ze zet haar kleintje voorzichtig neer in een hoekje.

-  Stil. Rustig blijven zitten. Mama is zo terug!

De kleine ziet met stijgende verbijstering Moeder Muis teruglopen naar de hoek. Straks...!? De kleine vergeet bijna te ademen.
Moeder Muis staat weer oog in oog. De bek van het monster vol blikkerende tanden staat uitnodigend open. De klauwen nog immer uitgeslagen.

Moeder Muis trekt haar schouders op, opent haar mond en blaft zo hard ze kan. De klauwen en de tanden verdwijnen in een ogenblik. Het monster krimpt ineen tot een kat, die zo hard ze kan het hazenpad kiest.

Tevreden loopt Moeder Muis terug. Sussend pakt ze het kleintje op:

- Zo zie je maar weer, mijn kind, hoe handig het is als je de taal spreekt die de ander verstaat!

vrij naar een beluisterde anekdote
Marcel van der Pol